Sweatshop Software: de Feature Fabriek

Feature factories leveren kwaliteit van de Primark alleen voor maatwerk prijzen!

Sweatshop Software: de Feature Fabriek
Photo by Rio Lecatompessy / Unsplash

“Nieuwe features in (bestaande) software bouwen”: het lijkt een goed doel om aan jouw softwaremaker te stellen. Maar te vaak heerst bij opdrachtgevers de “ik vraag, jullie draaien” mentaliteit. Of het in de bestaande software past of niet, alles wat gevraagd wordt, moet ingebouwd worden. Geen vragen, geen feedback. Kortom, een hersenloze sweatshop die zo snel mogelijk features moet uitpoepen: dat is de featurefabriek.

Opdrachtgevers doen zichzelf tekort met een featurefabriek

Ik geloof dat opdrachtgevers zich met een featurefabriek tekort doen. Dat de software uit een featurefabriek slechtere kwaliteit heeft. Dat er kansen voor verbetering gemist worden, en dat de winst die behaald kan worden lager is. Dat organisaties de featurefabriek vaak niet bij kunnen houden. En tenslotte dat er te veel ‘nutteloze’ features gemaakt worden.

De Primark van softwareontwikkeling

Software uit de featurefabriek is als een T-shirt van de Primark. Het is fast fashion: kleding gemaakt om de laatste ‘hippe nieuwe trends’ voor onweerstaanbaar lekkere prijzen te volgen. Maar zoals er een schaduwzijde aan fast fashion zit, zit er een keerzijde aan de featurefabriek! Wist je dat Primark heeft toegegeven dat hun producten na vijf keer wassen kapot mochten gaan? En dat heel veel mensen ‘een extra shirtje kopen omdat het zo goedkoop is?’ Maar veel shirtjes worden nooit gedragen en zijn dus zonde voor de portemonnee en het milieu.

Snel bezuinigen in de sweatshop

Featurefabrieken zijn schuldig aan dezelfde zonden als de sweatshops van Primark. Net als de naaister in een atelier, moeten ontwikkelaars vaak “zo snel mogelijk” (lees goedkoop) de gevraagde features maken. Dus zoals Primark op kwaliteit bezuinigt voor lagere prijzen, zo wordt in de featurefabriek op softwarekwaliteit ingeleverd voor snelheid. Er wordt minder gecontroleerd, er wordt minder getest en ontwikkelaars nemen ‘afsnijroutes’ die eigenlijk niet mogen. Al die besparingen zorgen ervoor dat sweatshop software meer bugs bevat en sneller kapot gaat.

SALE shopping fast fashion
Photo by Markus Spiske / Unsplash

De zaak van het ontbrekend nut

Met veel inspanning en lobbying heb ik ooit de bouw voorkomen van een feature die twee keer per jaar gebruikt zou worden! En dat voor de altijd lage prijs van net geen honderdduizend euro. De featurefabriek lokt dit soort features uit omdat je de echte kosten niet ziet! De featurefabriek is er toch al, terwijl de ontwikkelaars ook meer nuttige dingen kunnen maken. Primark is net als een featurefabriek gemaakt. De winkel is zo ontworpen dat de hersenen stoppen met denken. Zodat je niet meer reflecteert over het nut van een nieuwe trui in de zomer. Want een trui in de zomer is eigenlijk geldverspilling. Het grote verschil met software? In de Primark gaat het om losse euro’s, in software over ruggen en tonnen!

Leve de veredelde Excel sheet

Iedereen houdt van Excel, vooral van Excel-bashen. Maar feit is dat Excel heel veel gebruikt wordt. Pas als Excel niet meer werkt, wordt er gekeken naar andere (nieuwe) software. Helaas betekent dat vaak dat de Excel-sheets in een nieuwe applicatie nagebouwd worden. Ik heb zelf aan zulke projecten in een hersenloze ‘u vraagt wij draaien’ featurefabriek gewerkt. En een software sweatshop is hier perfect voor: je vraagt “Excel” en je zal “Excel” krijgen. Helaas mis je daarmee alle kansen om te verbeteren.

Ik ben ervan overtuigd dat je niet naar de Primark gaat voor een maatpak. En dat je niet naar de kleermaker gaat om een Primark jurkje te verstellen. En toch wordt dat in de featurefabriek gedaan. Je betaalt voor maatwerk, voor de kennis en expertise van ervaren professionals. Maar daarna laat je al die kennis links liggen. Waar je mee eindigt is Primark kleding voor een maatpakprijs.

S W E A T S H O P
Photo by Jayden Sun / Unsplash